Sri Lanka
-
Bye Sri Lanka!
Van ‘Hi Sri Lanka’ naar ‘Bye Sri Lanka’. Zo snel kan het gaan. Hoewel we onze blog posts enigszins verwaarloosd hebben was dat niet zonder reden. We hebben ons de afgelopen 2,5e week met z’n drieën enorm vermaakt in dit bijzondere land.
We eindigden onze vorige post in Nuwara Eliya, het hart van de theeregio. Vandaar dat we het natuurlijk niet konden laten om op een thee-tour te gaan naar één van de grotere plantages, namelijk de Bluefield Tea Gardens. Daar aangekomen kregen we alle drie een rieten mandje op onze rug en konden we aan de gang om theebladeren te plukken. Zoals de gids ons vertelde waren alleen de lichtgroene blaadjes geschikt voor de oogst en deze worden elke 7 dagen geplukt! Al snel stonden er twee oude mannetjes naast ons die ons ‘zogenaamd’ kwamen helpen, maar dit was vooral voor het toeristische vleugje van het bezoek, want tegen een kleine betaling gingen ze met ons op de foto.
Na een rondleiding door de fabriek en een uitgebreide thee-proeverij met witte, groene en zwarte thee vervolgden wij onze weg richting wat andere hotspots, waaronder twee watervallen en een viewpoint. Deze omgeving is bijzonder groen en mooi!
Omdat we de beroemde treinreis vanuit Kandy overgeslagen hadden, deden we vanuit Nuwara Eliya een nieuwe poging. Deze treinreis is volgens vele reisblogs de mooiste treinreis ter wereld en wij waren daarom niet de enige toeristen die deze graag wilden meemaken. Zitplaatsen voor de trein komen een maand van tevoren te koop, maar worden direct opgekocht door reisbureaus, 12go of de zwarte markt. Daar bovenop hebben de Sri Lankanen in deze periode (januari) ook nog eens vakantie waardoor er naast de velen toeristen dus ook extra locals mee gaan. We hadden al gehoord en gelezen in de WhatsAppgroep ‘Dutchies in Sri Lanka’ dat de Kandy-Ella treinreis vreselijk was, overvol, ‘sardientjes’, dus besloten we vroeg op het treinstation in Nuwara Eliya te staan voor een derde klas sta-ticket.
Met vier uur vertraging kwam er dan éíndelijk een goedererentrein aan met drie passagierswagons. Aangezien de wagons al aardig vol waren en het hele perron vol stond met passagiers sloegen we deze trein over. Ook de volgende trein had een behoorlijke vertraging en omdat we wel konden raden hoe de situatie in deze trein zou zijn besloten we uiteindelijk om met een Uber naar Ella te reizen.
Typisch gevalletje ‘Instagram vs reality’ dus, want in de praktijk blijkt dus dat het eigenlijk onmogelijk is om van deze treinreis te genieten. Als je het je al lukt om aan boord van de trein te komen, sta je als een stel sardientjes op elkaar gepakt en kun je amper naar buiten kijken.
Aangekomen in Ella, een erg leuk plaatsje met een relaxte sfeer. Doordat het op één van de dagen dat we hier waren flink regende deden we hier rustig aan voor ons doen en bezochten de beroemde Nine Arch Bridge en beklommen we de Little Adams Peak, het kleinere zusje van de Adams Peak die we eerder die week hadden beklommen. Om toch een klein beetje van de treinervaring in Sri Lanka mee te krijgen namen we de trein vanuit Ella naar Demodara, een ritje van ongeveer een kwartier. Deze keer hadden we meer geluk en zagen we vanuit de deuropening het landschap en de Nine Arch Bridge voorbij schieten.
Natuurlijk kunnen we ook Sri Lanka niet verlaten zonder een kookcursus te doen, dus dat deden we bij Bella Ella. Hier leerden we verschillende Sri Lankaanse gerechten, waaronder currys, kottu, rotti en coco-sambal te bereiden.
Sri Lanka kent verschillende nationale parken. Wij besloten naar Udawalawe te gaan omdat het grootste park ‘Yala’ erg druk en toeristisch zou zijn. Vroeg uit bed want om 5.30u zaten wij samen met 3 Nederlandse jongens en onze ontbijtpakketjes van het hotel in de safari-jeep richting het park om o.a. olifanten te gaan spotten! Naast vijf olifanten zagen we veel pauwen, krokodillen, hertjes en veel vogels.
De laatste paar dagen in Sri Lanka stonden in het teken van het strand en zwembad. We begonnen in Weligama, waar vanuit we Mirissa Beach, Coconut Tree Hill en de Parrot Rock afvinkte. Van Weligama gingen we met de trein (jazeker, je leest het goed – in het zuiden van Sri Lanka functioneert de trein gewoon nog 😊) naar Ahangama en eindigden we in Galle. Galle is een mooi oud-Nederlands vestingstadje uit de 17e eeuw dus hier moesten we natuurlijk nog even heen!
Tanja haar laatste wens voor Sri Lanka was om met seaturtles te zwemmen, dus op de een-na-laatste dag bezochten we Turtle Beach (incl. de Frog Rock). Voor € 1,50 huurden we een snorkel en daar gingen we. Na het vangen van deze vitamine sea, sloten we af met een pilsje aan het zwembad. We kunnen terugkijken op een heerlijke vakantie. We hebben ons erg vermaakt met z’n drieën en daardoor lijkt ook de tijd voorbij gevlogen te zijn!
Inmiddels zitten we te wachten op het vliegveld voor onze vlucht naar Kuala Lumpur en is Tanja gisterenavond weer teruggevlogen naar Nederland.
Tot het volgende avontuur!
Groetjes,
R&R (&T) -
Hi Sri Lanka!
Na een tussenstop van 4,5 uur op Kuala Lumpur landde we netjes om 22:00u op het vliegveld van Colombo. Rian had via WhatsApp contact weten te leggen met Cees, die zichzelf ‘de enige echte Sri LanCees’ noemt. Cees had voor ons een pick-up op het vliegveld geregeld en om half twaalf zaten we bij hem in zijn homestay. Naast homestay Family House runt Cees op zijn 76e een tuktuk-business, regelt hij Sri Lankaanse rijbewijzen en kan hij je na 13 jaar veel vertellen over Sri Lanka. Wij hadden besloten zelf niet met de tuktuk door Sri Lanka te gaan vanwege de geringe tijd en omdat we met z’n vieren zouden zijn. Tanja’s vlucht landde om 5:40u en wij haalden haar uiteraard op van het vliegveld.
Na het korte nachtje en het ontbijt dat verzorgd werd door Cees zijn Sri Lankaanse vrouw vertrokken wij met een driver richting Sigiriya. Dit heel kleine dorpje is gelegen vlakbij de beroemde Leeuwenrots. Boven op deze rots bevinden zich de overblijfselen van een complex dat rond het jaar 500 is gebouwd door Koning Kassapa I. Wij bekeken deze rots de volgende dag vanaf de minder bekende Pidurangala Rock omdat zowel de hike er naar toe (20 minuten i.p.v. 3 uur) als de prijs (3 euro i.p.v. 28) ons wat beter beviel. Hiervandaan hadden we prachtig uitzicht op de Leeuwenrots.
Next stop: Kandy. Met twee bussen waarbij we overstapten in Dambulla reisden we in ongeveer 4uur naar Kandy. Totale kosten: 4,34 euro 🙂 ’s Middags hebben we het centrum van deze toch wel grote stad verkend. We liepen langs de Tempel van de Tand – het schijnt dat hier een stukje van Buddha’s hoektand is ondergebracht, maar deze is niet publiek tentoongesteld – en een stukje langs het Kandy Lake. Misschien was het de warmte of de enorme drukte in de stad, maar we waren er wel redelijk snel klaar mee en lazen nog even wat in onze homestay voordat we een lekker hapje gingen eten. De volgende dag stond een bezoek aan de Ambuluwawa toren en de botanische tuinen (van 59 hectare) op het programma.
De Ambuluwawa Tower ligt op de Ambuluwawa mountain bij de stad Gampola. De toren staat op een hoogte van 1087 meter boven zeeniveau en is 48 meter hoog. Wat de Ambuluwawa toren zo bijzonder maakt is de 360 graden panoramisch uitzicht welke je hebt wanneer je de steile trappen van de toren beklimt. De trappen zijn erg smal, lopen buitenlangs de toren en staan vol met Sri Lankanen. Naar boven en naar beneden gaan vraagt dus om wat geduld. Tanja en Rian bereikten bijna de top, maar de bovenste etages waren zo smal, dat het passeren van de mensen die naar beneden gingen wel heel ingewikkeld werd. Ze gaven op. 🙂
Wie denkt dat we dan op dag 5 even een rustpauze zouden inlassen vergist zich 🙂 Dat was namelijk weer een reisdagje, dit keer richting Adam’s Peak. We gingen wederom met de bus op pad en na 2x overstappen kwamen we uit in Nallathanniya. Onderweg hadden we nog wel even een interessante ervaring met een tuktuk driver en de conducteur van onze laatste bus. Bij de laatste overstap was het voor ons niet helemaal duidelijk of we weer een bus konden nemen of met de tuktuk verder moesten. We maakten een dealtje met een tuktuk-driver tot de conducteur aankwam rennen en ons wilde behoeden van een te dure rit. Wat daarop volgde was een hoop lawaai in het Sri Lankaans waarbij de tuktuk-driver op het hoogtepunt zelf aanbood om ons dan maar gratis te brengen. Onze sympathie voor deze man was inmiddels tot het nulpunt gedaald dus we besloten toch maar de bus te nemen. Na 5 minuten kwam de tuktuk driver zelfs nog even ruzie maken met de buschauffeur. Goede keuze gemaakt dus!
We checkten in voor een kort nachtje bij Hugging Clouds (aanrader) want om 03:00u ’s nachts gingen op pad om de Adam’s Peak te beklimmen. Adam’s Peak is de meest geliefde berg in Sri Lanka door zowel boeddhisten, hindoes als christenen. De naam Adam’s Peak geeft het al een beetje weg. Volgens de christenen is dit namelijk de berg waar Adam zijn eerste voet op aarde zette, volgens de boeddhisten is Sri Pada de eerste plek waar Boeddha voet aan grond zette in Sri Lanka en volgens de hindoes geldt dit hetzelfde voor god Shiva.
Vergezeld met heel veel pelgrims liepen wij in 2 uur ongeveer 5500 trappen om hoog (totale stijging 800 meter) tot we niet verder konden vanwege een lange rij op ongeveer 500 meter voor de top. Na een dik half uur in de rij besloten we toch maar weer af te gaan dalen en onderweg de sunrise te beleven. Onderweg stonden ontzettend veel krampjes met etenswaren, drinken en (willekeurige) troep.
De rest van de dag was namelijk weer een reisdag en je raadt het waarschijnlijk al: met de bus. Onderweg ontzettend genoten van de fantastisch mooie groene natuur die Sri Lanka rijk is en de vele theeplantages. Inmiddels zitten we Nuwara Eliya, het hart van de theeregio en voldoende Engelse invloeden. Daarover later weer meer!
Ohja, er zitten hier ontzettend veel apen!
Groetjes,
R&R (&T)