-
Da Lat en Mui Ne
Waar zijn we gebleven? Ohja, Nha Trang. Daar kunnen we kort over zijn. De één zegt “populaire badplaats” en dan de ander zegt “een van de minst leuke bestemmingen in Vietnam”. Het zal vast en zeker liggen aan het doel dat je hebt, voor een dagje strandhangen is het prima. Dat werd dan ook maar ons doel voor een dag – naast dat het een logische tussenstap was richting Da Lat. Daarna snel weer door, want voor ons was het de laatste categorie 🙂
De volgende ochtend pakten wij de “limousine bus” richting Da Lat. Een prima ritje, achteraf had dit een mooiere rit op de motor geweest dan de Hai Van Pass. Nadat we ingecheckt waren bij Minh Uyên Homestay – een guesthouse gerund door een alleraardigste familie – huurden we dan ook direct een scooter.
We verkenden de omgeving, op de scooter naar de Pongour waterval die op zeker een uur afstand lag, we keken naar de zonsondergang vanuit het leuke koffiehuis Tiệm cà phê Cheo veooo, bezochten de bekende Clay Tunnels en brachten een bezoek aan het Crazy House en natuurlijk de Maze Bar waar waarna we twee avonden op pad gingen met Jan en Wietske uit Friesland. Da Lat is wellicht niet zo bekend en druk bezocht, maar wij vonden het voor twee dagen wel de moeite waard. Vergis je alleen niet – het is écht een grote drukke stad!
Met een standaard sleeperbus vertrokken we de volgende dag richting Mui Ne. We stopten tig keer omdat we ook de lokale bezorgdienst voor pakketjes bleken te zijn, kan hier allemaal. 🙂 Ach, we vinden het nog leuk ook.
Mui Ne is de eerste bestemming die Rian in 2018 ook al met haar moeder bezocht heeft, dus “bekend terrein”. Echter is er vanalles veranderd. De strip / weg langs het strand is verdubbeld qua aantal restaurants en winkels en tegelijkertijd zien we ook hier lege of niet-afgebouwde resorts en hotels. Het afvalprobleem is hier ook echt een ding, aldus een lokale Vietnamees. Triest.We zitten in een heerlijk hotel met een prachtig mooi zwembad, genaamd Mi Nhon Em, waar we voor € 20,- per nacht verblijven. Om de hoek de foodcourt met onder andere een Thai en Indiaanse keuken, dus we boffen!
Op middag 1 boekten we de jeeptour en gingen we met heel veel andere toeristen naar het bekende beekje, de rode en witte duinen en bezochten we de lokale vissershaven. Ruben reed voor het eerst in zijn leven quad en scheurde vrij soepeltjes door de witte duinen. Ik zat achterop en gilde een paar keer, haha.
Je moet het gezien hebben, maar wij raden aan het zelf op de scooter te doen – dat scheelt waarschijnlijk de drukte en het gevoel alsof je in een “tourist trap” beland bent.Dag 2 werden we pas om 10:00u wakker, zo lang hebben we nog nooit geslapen, we scooterden wat rond en bekeken we de mogelijkheden om te gaan windsurfen. De meeste surfscholen worden hier gerund door Russen en we vonden het toch wel erg duur. We hopen in Sri Lanka misschien een lesje te kunnen nemen. 🙂
Vandaag zijn we bijzonder lui en hangen we sinds een uur of half 11 bij het zwembad. De dag sloten we af aan het strand met een mooie sunset.
We hebben zin in Ho Chi Minh. We gaan ons verdiepen in de Vietnamoorlog met een bezoek aan het War Remnants Museum en de Cu Chi tunnels. Daarnaast hebben we diverse pinnetjes in District 1, het centrum, die afgevinkt moeten worden. We willen beide graag naar de kapper en wie weet wagen we ons nog aan een streetfoodtour. Bizar dat de 5 weken Vietnam er weer bijna opzitten! Ook heel veel zin om Tanja en Ria weer te zien, waarmee we samen Sri Lanka gaan beleven!
-
Hue en Hoi An
Vanuit Tam Coc namen we dus de nachtbus naar Hue. Een concept dat we volgens ons in Europa niet veel tegenkomen, maar hier in Vietnam een vrij gebruikelijke manier van transport is! Wij namen voor de tweede keer de VIP bus zodat we, met ieder een eigen cabine, ook nog een klein beetje privacy hadden. Het alternatief is de sleeperbus, maar dat zijn een soort rijdende hostel dorms, waarbij er twee of drie bedjes aan iedere zijde van de bus naast elkaar liggen. Onderweg werd het gangpad gevuld met locals, die het blijkbaar helemaal niet uit maakt waar ze sliepen 🙂
Behoorlijk veel vroeger dan verwacht (rond 5u ’s ochtends) kwamen we aan op het busstation in Hue. Omdat een early check-in in de homestay zo vroeg nog niet mogelijk was, zijn we na een ontbijtje Hue gaan verkennen.
Hue was van 1802 tot 1945 de keizerlijke hoofdstad van Vietnam. De stad ligt op de voormalige grens van Zuid- en Noord-Vietnam. Hierdoor heeft de stad zowel tijdens de onafhankelijkheidsstrijd als tijdens de Vietnam-oorlog zware schade opgelopen. Een flink aantal mooie oude gebouwen zijn daarbij beschadigd. Overal waar we tot nu toe in Vietnam geweest zijn (een gedeelte van Ha Giang, Cat Ba, Ha Long Bay, Hanoi, Trang An) krijgen we te horen dat het op de UNESCO werelderfgoed lijst staat. Zo ook het historische centrum van Hue 🙂
De belangrijkste bezienswaardigheid in dit centrum is de Tu Cam Thanh; de Verboden stad. Deze kleine stad in de stad zelf was vroeger het privé terrein van de keizerlijke familie en was niet toegankelijk voor het gewone volk. Tegenwoordig is het terrein wel open voor publiek. Hier bekeken we de restanten van de paleizen waarin de keizerlijke familie leefde.
Omdat we door de reis in de nachtbus toch minder goed geslapen hadden, checkten we rond de lunch in de homestay om even bij te slapen en deden we rest van de dag een beetje rustig aan.
De volgende dag reden we de ‘Hai van Pass’, een populaire motorroute van 160km tussen Hue en Hoi An. We huurden een crossmotor bij een lokaal verhuurbedrijfje dat ook onze backpacks kon doorsturen naar Hoi An, zodat we zonder al te veel bagage de route konden afleggen. Helaas hadden we precies bij het allermooiste mooiste stuk van de route, namelijk bij de Pass, behoorlijk wat regen waardoor we niet erg van het uitzicht konden genieten.
Iedereen die ons een gevolgd heeft de laatste tijd heeft kunnen zien/lezen wat voor mooie dingen we meemaken tijdens onze reis. Maar natuurlijk komen we ook wel eens dingen tegen die ons in negatieve zin opvallen. Zo ook tijdens de ‘Hai van Pass’-route. En ook dát willen we met jullie delen. In Vietnam hebben ze overduidelijk een groot vuilnisprobleem. Overal waar je kijkt ligt vuilnis in extreme hoeveelheden in de berm of op het land. In sommige gevallen nemen ze nog de moeite om het te verbranden maar meestal niet. En dit is niet alleen in de onbewoonde gebieden (daar is het dan wel nog even een tikkie erger) maar ook gewoon in de dorpjes en steden. De Vietnamezen lijken ook niet anders gewend te zijn – we zien ze regelmatig vuilnis gewoon op straat gooien.
Het tweede dat ons opviel tijdens de route was het stuk tussen Da Nang en Hoi An. Tientallen mega hotelcomplexen in verschillende staat van aanbouw maar nog lang niet af – en de meesten is al jaren niets meer aan gebeurd zo is ons verteld door locals. Grote investeringsmaatschappijen hebben gegokt op toenemend toerisme maar daar waar er voor COVID al een overschot aan capaciteit was, is er nu al helemaal geen vraag naar. Het resultaat is een kustlijn van ongeveer 10 km met leegstand, karkassen van hotels en de sfeer van een spookstad.
We hadden gelezen dat de ‘Hai van pass’-route een ‘prachtige’ kustroute zou zijn. Los van de 4 km haarspeldbochtjes vinden we dit bij uitstek het lelijkste stuk van Vietnam tot nu toe!
Hoi An is gelukkig weer een hele andere ervaring en het zal jullie natuurlijk niet verbazen dat ook deze stad een vermelding op de Unesco werelderfgoedlijst heeft. In de 16e en 17e eeuw was Hoi An het internationale handelsgebied voor Zuid Vietnam. Het was de handelshotspot voor Japanners, Chinezen, Nederlanders en Indiers. De architectuur uit die tijd is goed behouden gebleven en er hangt een gezellige sfeer.
We verbleven hier een aantal dagen en hebben ons prima vermaakt met:
- Rondstruinen in Hoi An Ancient Town
- Hoi An bicycle tour die ons langs traditionele Vietnamese ambachten bracht zoals het maken van houten decoraties, rijstnoodles en (slaap-/place-)matweven in Carpenty Village
- Kleding op maat laten maken
- Lampionnen workshop bij The Latern Lady
- Varen in een basketboat in Coconut Village.
Vandaag is ons laatste dagje in Hoi An. Vanavond en vannacht gaan we met de VIP Sleeperbus richting Da Lat, met een korte tussenstop in Nha Trang.
-
Cat Ba, Ninh Binh en op naar Hué
Daar gaan we dan. Na alle blogjes van Ruben, klim ik toch ook maar weer eens in de pen. De verdeling van foto’s posten op Instagram en het schrijven van de blogjes, voelt toch niet helemaal lekker aan. 🙂
Allereerst happy new year! Hopelijk hebben jullie een fijne jaarwisseling gehad. Wij sloten 2023 af met een eend van het spit en een lokaal biertje. Vervolgens gingen we voor de countdown naar The Banana Tree Hostel, een populair hostel waar we een uitnodiging van hadden ontvangen. Leuk om samen met andere Europeanen te proosten om 12 uur. De Vietnamezen doen dit ergens half februari, maar leefden uiteraard wel mee. 🙂
We eindigden onze vorige blog met een tussenstop in Hanoi. Daar deden we eigenlijk weinig bijzonders. Alle (bekende) highlights hadden we al afgestreept, dus gingen we lekker uit eten op 1e kerstdag en dronken we een biertje met een oud-collega van Ruben: Siri. Kleine wereld dat je elkaar zelfs hier tegenkomt.
De volgende dag ontbeten we bij onze favoriete ontbijtspot om de hoek, genaamd The Hanoi Cafe. Ruben is nogal fan van wentelteefjes met fruit en de koffie hier was ook echt goed.
Toen stapten we op de bus naar het eiland Cat Ba. Na ongeveer 3 uur bussen, 5 minuten ferry en nog eens 45 minuten bussen kwamen we aan in het havendorp. Cat Ba is de afgelopen jaren steeds bekender geworden, zeker onder de backpackers. Ha Long Bay is de bekende baai, maar de cruises vanuit hier zijn erg prijzig en inmiddels schijnt het een ‘spookstad’ te zijn, omdat menig reiziger dus kiest voor Cat Ba.
Wat vonden wij hiervan? Mwa! Om jullie een eerlijk antwoord te geven – het was niet echt ons ding. De havenstad bestaat uit touroperators, hostels, hotels, restaurant en cafés. De sfeer is alles behalve lokaal. Vanuit onze hotel keken wij naar beneden en zagen we de kleine lokale huisjes, vaak primitief met bamboe of rieten daken – tegenover de asociaal grote hotels. Men leeft hier voor toerisme, maar of het ten goede komt van…Toch hebben we er een leuke tijd van gemaakt. Nadat we ingecheckt hadden in ons hotel, waar tijdens het laagseizoen maar 3 (!) kamers bezet waren, scoorden we een late lunch bij een eettentje. Vervolgens liepen we richting de zendmast, waar je een perfect uitzicht op de baai scheen te hebben. Dit deden we trouwens met bekenden van Marit (zusje Rian) uit Amersfoort. Deze avond vulde zich vervolgens met een pizza, lokale biertjes en een potje poolen. Altijd gezellig.
De volgende dag huurden we een scooter en reden we naar het Nationaal Park van Cat Ba voor een hike. Dat was namelijk wel even geleden. Na ongeveer een uur hiken over het enige pad dat door het park heen liep, kwamen we aan bij het viewpoint en kwam een overdosis groen op ons af. Echt alleen maar wilde natuur. Niet zo gek dat er maar één route is. 🙂
Op de terugweg stopten we bij de Hospital Cave. Cat Ba is namelijk een van de meest gebombardeerde plekken tijdens de Vietnam oorlog. Het ziekenhuis kent meerdere verdiepingen, operatiekamers, een bioscoop en zelfs een zwembad. Meer dan 100 patiënten konden hier tegelijkertijd behandeld worden. Indrukwekkend je dit voor te stellen!
De dag erna op pad gegaan met de boot, want natuurlijk moesten we de bekende baaien gaan verkennen. Naast Ha Long Bay, was Lan Ha Bay ook onderdeel van de dagtrip. De kalkstenen rotsen in dat blauwe water, blijven natuurlijk prachtig om te zien. We boften enorm met zon en een blauwe lucht, dus met de kajak zijn we ook nog zelf op onderzoek uit gegaan. Stiekem genoten we vooral weer even van 20 graden plus na al dat koude weer 🙂 Tijdens de lunch kregen we heerlijke lokale gerechtjes, inclusief lokaal gekweekte en gebakken oesters.
’s Avonds gingen we weer eens op pad met onze vrienden uit Schotland, die ons al sinds Laos achtervolgen.
Via 12go.asia hadden we voor de volgende ochtend de bus naar Ninh Binh, Tam Coc geboekt. Normaal zijn we niet zo happig op deze populaire online boekingssite voor al het openbaar vervoer in Azië, vanwege de marge die ze ‘afpakken’ van de lokale bevolking, maar dit keer kwam hij toch echt als goedkoopst en snelst uit de bus!
Om 9 uur vertrokken we en na ongeveer 4 uur bussen kwamen we aan in het dorpje Tam Coc. We hadden hier drie nachten geboekt bij Paradise Homestay (die met alleen maar fantastische reviews) en werden dan ook hartelijk welkom geheten door de lieve gastheer die amper Engels sprak. Hij kwam direct aan met een kaartje van de omgeving waar hij vervolgens met pen alle highlights op kalkte. Ruben haakte af, want die was alles behalve fit sinds hij opgestaan was. Niet zo erg, want het regende toch.
Uiteindelijk hebben we het dan ook rustig aangedaan in Tam Coc. In plaats van drie dagen de omgeving verkennen, werden het massages, wandelingen, theetjes en op nieuwjaarsdag pakten we uit met een boottocht door de omgeving van Trang An. Omgeving Ninh Binh (waar dus de plekjes Tam Coc en Trang An in liggen) wordt ook het het “Ha Long Bay on Land” genoemd en dat begrijpen wij wel. De omgeving vonden wij nog rustiger en vrediger, wellicht ook vanwege het verdere platteland dat er omheen ligt.
We maakten ons klaar voor de nachtbus naar Hue. Een ervaring waar Ruben jullie later graag meer over verteld.
-
Eerste week Vietnam
Hanoi – door Ruben omschreven als een soort Hornbach. Elke straat heeft zijn eigen categorie winkels (van computers tot RVS, kerstartikelen tot kruiden, souvenirwinkels tot reisbureaus), de keuze is enorm, de chaos nog groter, maar als je dan wat zoekt, kun je het niet vinden 😊. Het is weer even wennen in deze stad rond te lopen. De scooter en auto’s schieten om je heen en van verkeersregels hebben ze nog nooit gehoord. Deelnemen aan het verkeer is een soort anarchistische bezigheid, waarbij men gewapend met de toeter inhaalt en gas geeft. Het bijzondere is wel: het werkt. Ook wij hebben inmiddels ervaren dat wanneer je door deze massa wilt bewegen, je gewoon moet gaan! Iedereen lijkt van elkaar te accepteren dat het zo werkt, daar waar je in Nederland al redelijk wat internationale handgebaren te verwerken had gekregen.
Zoals altijd bij het bezoek aan een grote stad, hebben we een fietstocht gedaan met Bajabikes. Na 17 km fietsen hadden we een goed beeld van ‘Old Quarter’ en een paar buitenwijken. We vinden Hanoi een leuke stad, los van de verkeerschaos heeft het een leuke gezellige vibe, met veel levendigheid op straat, koffietentjes en street food en de Vietnamezen zijn ontzettend vriendelijk.
Het is hier wel wat kouder dan we de afgelopen 1,5 maand gewend waren. Omdat we voor deze week de Ha Giang Loop (4 dagen scooteren door het Noorden van Vietnam) geboekt hebben waarbij het onder de tien graden kan zijn in de bergen, zijn we de tweede dag in Hanoi op zoek gegaan naar wat warme kleding.
Na twee dagen hebben we een goed beeld van Hanoi en kunnen we prima vertellen wat je tijdens een bezoekje aan deze stad zeker moet doen:
- Struinen door de straatjes van Old Quarter
- Ontbijten bij Hanoi Cafe
- Egg Coffee drinken bij Café Dinh
- Noodle soup eten bij Michelinrestaurant Pho 10
- Hanoi Train Street
- Street Murals (street art)
- Coconut coffee drinken bij ‘Chi Coffee’.
- Broodje Banh Mi bij Banh Mi 25 eten.
- Loop langs de Sint Joseph Cathedral
- Rondje wandelen langs het ‘Hoan Kiem’ meer
- Bekijk de ‘Eiffel’-brug
De Ha Giang Loop wordt door iedereen die we onderweg gesproken hebben en in alle blogjes die we gelezen hebben beschreven als een ‘must-do’ en één van de absolute hoogtepunten van Vietnam. Na een busrit van 7 uur kwamen we aan bij Mama’s homestay, de organisatie waar wij de Ha Giang Loop geboekt hadden.
We sliepen in een 30-persoons dorm in stapelbedden met knetterharde matrassen en een heel klein kleedje waaronder we konden liggen. Oef! Heftig nachtje. ’s Ochtends kwam het Mama’s personeel binnen om de bedden ‘op te maken’ voor de volgende gasten: ze vouwden simpelweg het dekentje op en daarmee was de dorm klaar. We keken elkaar verbaasd aan en waren heel blij dat we voor de rest van de tour private rooms geboekt hadden!
Na het ontbijt en korte instructie werden de ongeveer 40 deelnemers in 4 groepen verdeeld. De meeste deelnemers maakten gebruik van een ‘easyrider’ (ze reden als passagier mee), maar omdat Ruben zijn motorrijbewijs heeft reden wij samen op 1 ‘motor’ (eigenlijk een scooter met 150cc…). Aangezien een paar anderen ook zelf reden werden we met de mini-van naar een locatie buiten Ha Giang gebracht voor het ophalen van de motoren. En toen konden we op pad!
Tussen de vele haarspelbochtjes en klimmetjes door stopten we regelmatig want wauw (!) wat is de omgeving en het landschap van Ha Giang mooi! We reden elke dag ongeveer 100 km waarbij we in lokale homestay’s verbleven. In de avonden proosten we met Happy Water (lokaal gebrouwen rijstwijn) en kregen we de uitgebreidste lokale gerechtjes. Rian kan nu eindelijk rijst met chopsticks eten :-p
Dat de Ha Giang Loop een hoogtepunt is voor menig reizigers beamen wij nu wel! Na vier dagen rijden waren we weer terug in Ha Giang en checkten we in bij een hotelletje met een enorm lekker warme douche. Waar het in Hanoi wat ‘frisser’ was, was het tijdens de Loop in de avond af en toe tegen het vriespunt. Gelukkig hadden we genoeg thermolaagjes kleding gekocht 🙂
Aangezien het kerstavond was zijn we op zoek gegaan naar een leuk restaurantje om te eten. We kwamen uit bij een streetfood-tentje dat ons was aangeraden waar we onze allereerste Vietnamese hotpot gegeten hebben. Omdat we eigenlijk geen idee hadden in welke volgorde – en hoe lang – de ingrediënten in de bouillon moesten, kregen we hulp van de eigenaresse (via Google translate). Het was een erg leuke en lekkere ervaring!
De volgende dag zijn we met de VIP-bus teruggereden naar Hanoi voor een tussenstop richting Cat Ba.
-
Omgeving Vang Vieng & Vientiane
Het is alweer ruim een week geleden sinds onze laatste blogpost en omdat we de aankomende vier dagen de Ha Giang Loop in Noord-Vietnam gaan doen, de hoogste tijd voor update.
We sloten de vorige keer af met een lichte teleurstelling over Vang Vieng. Zoals voorgenomen huurden we de volgende ochtend een scooter om de omgeving te gaan verkennen. Onze hoteleigenaar raadde ons aan om niet over de houten brug te gaan aangezien deze volgens zijn woorden ingestort was. Wij waren deze brug de dag daarvoor, tijdens ons rondje door het stadje, al tegengekomen en waren onder de indruk dat er voldoende lieden alsnog met hun scooter over deze brug heen reden. Wij volgende het advies van onze hoteleigenaar dus maar op 😊
Onze eerste stop: het Nam Xay viewpoint. Niet de allerlangste hike die we ooit gedaan hebben, maar wel eentje waarbij het letterlijk klauteren en klimmen was. Na 25 minuten hadden we dit fantastische uitzicht. En nee, we hebben niet onze scooter mee naar boven gesleept 😉
We vervolgde onze route naar een waterval waar we nooit zijn aangekomen. Na ruim een half uur “offroaden” met de scooter, besloten we toch maar om te keren. We vervolgde onze route (wat later bleek ook bekend te staan als de “Vang Vieng West Loop”) en plonsden neer in ‘Blue Lagoon 3’.
Terug in het guesthouse aangekomen ontvingen we de goedkeuring voor ons visum voor Vietnam. Daar waren we heel erg blij mee want we hadden eigenlijk voor de vorm net iets te laat aangevraagd. De doorlooptijd van deze visumaanvraag was namelijk 3 tot 15 werkdagen en wij hadden eigenlijk niet veel zin om een plan B te gaan verzinnen, waarbij we mogelijk nog langer in Laos hadden moeten blijven.
Ook de volgende dag zijn we met de scooter op pad gegaan, noordelijk van Vang Vieng. Onderweg kwamen we de ‘Watercave’ tegen, waar we op een band door de grot dreven. We reden verder door wat lokale dorpjes, genoten van een ijskoffie bij wat locals en aten sinds tijden geitenkaas bij een lokale organic farm.
Vrijdag stond de ballonvlucht op de planning, eigenlijk de reden waarom we zolang in Vang Vieng zijn blijven plakken. Beiden hadden we nog nooit in en luchtballon gezeten en waren dan ook heel erg benieuwd! Wat een fantastische ervaring! Het uitzicht op het berglandschap en Laos was van bovenaf nog adembenemender dan vanaf de scooter. Een echte aanrader dus!
We sloten de avond af met een hapje en een drankje met onze Schotse vrienden Karina en Andrew, die we sinds de slowboat op alle hotspots van Laos waren tegengekomen. Op naar Vientiane, de hoofdstad van Laos!
Per mini-bus zijn we de volgende dag in 2 uurtjes naar Vientiane gereisd. Helaas waren we wat aan de vroege kant en konden we nog niet in-checken bij het appartement. Niet getreurd, onze backpacks gedropt en op onderzoek uit! De fietsroute uit de Lonely Planet bleek prima als wandelroute te kunnen dienen en zo hadden we in een middagje de stad op z’n kop gekeerd. Tussendoor nog een typisch Aziatisch shoppingmall bezocht- wat een chaos!
Om de tijd de vullen tot onze vlucht naar Vietnam de volgende dag, maar weer een scooter gehuurd en naar het zeer toeristische Boedha-park gereden. Mocht je ooit in Vientiane zijn, sla deze maar over!
Vandaag is onze 3e dag in Vietnam, waar we begonnen zijn in Hanoi. Daarover later weer meer 😊
-
Luang Prabang, Nong Khiaw en Vang Vieng
Het is inmiddels alweer bijna een week geleden dat we de slowboat afstapten in Luang Prabang. Luang Prabang heeft de ‘Unesco Heritage status’ vanwege de harmonie tussen natuur en de diverse culturele en historische schatten, dus gingen wij op onderzoek uit. We liepen de stadswandeling uit de Lonely Planet en kwamen zo langs alle highlights: Traditional Arts and Ethnology Centre, de That Chomsi tempel op de Phu Si hill, het Royal Museum, de night market en natuurlijk liepen we langs de vredige Mekong river.
Het Franse koloniale verleden is nog duidelijk zichtbaar aan de architectuur van de gebouwen en uiteraard ook terug te zien in de baguettes en croissants.Hoewel het een leuk en gezellig stadje is, is het niet heel erg groot. Na onze wandeling door de stad en uiteraard het bezoek aan de lokale night market besloten we de volgende dag naar de Kuang Si watervallen te gaan.
De Kuang Si watervallen liggen op ongeveer een uurtje rijden van de stad Luang Prabang. Wij besloten om gewoon met de scooter te gaan in plaats van met een georganiseerde tour, omdat het ‘maar’ 30 kilometer was. Het werd ons wel snel duidelijk waarom het toch een uurtje reistijd op ging leveren: de wegen in Laos zijn bijzonder slecht. Na de nodige kuilen in de weg ontweken te hebben kwamen we aan bij dit spectaculaire stukje natuurschoon.
Dit is, zoals wij gelezen hadden, een van de hoogtepunten in Noord-Laos en niet zonder reden. Het water heeft een melkblauwe kleur en komt via verschillende plateaus naar beneden gestort. Een plaatje om te zien, maar ook een aangename bron van verkoeling: je mag hier namelijk gewoon in de waterval zwemmen.
Bij terugkomst in Luang Prabang zijn we naar het UXO museum gegaan. Dit museum laat een totaal andere kant van Laos zien, namelijk dat van het meest gebombardeerde land ter wereld. In de periode tussen 1964 en 1973 zijn er meer dan 270 miljoen (!) bommen gevallen, waarvan er ongeveer 80 miljoen niet geëxplodeerd zijn. De gevolgen hiervan zijn nog steeds zichtbaar: elke dag worden er nog 180 bommen onschadelijk gemaakt naast het feit dat er vandaag de dag 1 gewonde of dode per dag valt als gevolg van de Indochinese Oorlogen.
De volgende ochtend zijn we met een mini-van naar Nong Khiaw gebracht. We hadden tijdens onze voorbereiding op Laos gelezen dat dit een van de mooiste dorpjes van Laos was, met indrukkwekkende uitzichten vanaf de verschillende viewpoints.
De reis naar het slaapstadje was op zichzelf al een ervaring. Om de capaciteit van de mini-van te maximaliseren (en daarmee ook de opbrengsten) stonden er olifantspoten (kleine vierkante kubus krukjes) in het gangpad. In plaats van het maximum van 12 was het aantal passagiers nu 19! Na 3,5 uur stuiteren over de Laotiaanse weg kwam we aan in Nong Khiaw. Direct waren we onder de indruk van de prachtige omgeving!
Sinds we in Azië zijn betalen we alleen nog maar met contant geld, hier heel gebruikelijk maar toch iets wat we in Nederland al niet echt meer gewend zijn. In Laos doen ze daar nog een schepje bovenop. In Luang Prabang werden we er al voor het eerst mee geconfronteerd: lege pinautomaten. In Nong Khiaw, wat een erg klein dorpje is, staan twee pinautomaten. Allebei buiten werking. En hoewel we hier al rekening mee gehouden hadden en nog contant geld op zak hadden, merk je dan dat in een onderontwikkeld land als Laos de dingen die wij als de normaalste zaak beschouwen ineens niet beschikbaar zijn. (Er waren overigens zat toeristen die dit niet hadden zien aankomen en zodra één van de pinautomaten op zaterdagavond weer werkte vormde zich hier ook snel een rij achter). En hoewel we zoals gezegd voldoende contant hadden om de twee dagen in Nong Khiaw door te komen, leverde dit toch een ongemakkelijk gevoel op.
Het Pha Daeng Viewpoint stond op de planning voor de volgende dag! Dit was eigenlijk de reden waarom we naar Nong Khiaw afgereisd waren. Samen met een Schots stel, dat we tijdens onze reis door Laos al een paar keer waren tegen gekomen, begonnen we om 8.15u aan de klim.
Een klein uurtje, 2km met 400m stijging later, stonden we boven. En zeg nou zelf, prachtig toch?!
Om de spieren wat te ontspannen sloten we de hike gezamenlijk af met een heerlijke massage.
Vanuit het dorpje zijn we de volgende dag met mini-van (3,5 uur) en songthaew naar Luang Prabang’s treinstation gebracht, waarna we met de trein naar Vang Vieng gegaan zijn. De hoge snelheidstrein bestaat nog maar een paar jaar, maar voor ons helemaal prima: het scheelt ons zo’n 8 uur bussen. Online waren de tickets uitverkocht, maar we gokten erop en we hadden mazzel. Het treinstation (en de treinrails) is gebouwd in samenwerking met de Chinezen en dat is te merken! Nog niets in Laos was zo gestructureerd én georganiseerd 🙂
Inmiddels zitten we dus in Vang Vieng en hebben we vanochtend een rondje gelopen. Onze eerste conclusie, het dorpje valt ons een beetje tegen. Tot nu toe de ‘vieste’ plek van Laos. Overal zwerfvuil, onverzorgde gebouwen, de wegen zouden in Nederland onbegaanbaar verklaard zijn en eigenlijk bestaat Vang Vieng alleen maar uit bars & restaurants, hostels en hotels. Onze indruk is dat het massa-tourisme en de armoede eigenlijk te ver uit elkaar liggen, maar dat zonder toerisme men hier niet kan leven en deze situatie noodgedwongen ontstaat.
Om een beeld te geven van de armoede die we hier op de eerste dag zijn tegengekomen: tijdens het kajakken zagen we lokale inwoners zichzelf en hun kleding wassen in de rivier. Natuurlijk zijn wij hier ook als toerist, maar komen wij vooral voor de natuur en kijken we op een andere manier naar de ‘locals’. De gemiddelde backpacker komt hier (helaas) voornamelijk voor het ’tipsy’ tuben over de river en de feestjes in de bars.
Wij gaan morgen dus de natuur in! Wordt vervolgd.
-
Eerste kennismaking met Laos
Hoelaat precies de Slowboat vanaf Huay Xay richting de eerste tussenstop, Pak Beng, vertrekt weet niemand.
We zitten inmiddels op dag vier in Laos en hebben net twee fantastische dagen gehad tijdens de Gibbon Experience! Zoals we in het vorige blogbericht al hadden geschreven stond deze al enige tijd op het todo-lijstje voor Laos. We hadden echter niet verwacht dat deze activiteit zo snel volgeboekt zou zijn, waardoor we 2 dagen later dan onze oorspronkelijke planning hieraan konden deelnemen. Wat we in die twee dagen gedaan hebben? Gerelaxt in een resort in Chiang Khong.
Zaterdagmiddag vertrekken we na een ochtendduik in het zwembad richting de grens tussen Thailand en Laos. Na de Thaise douane staat er een bus op ons te wachten die ons over de friendship-bridge naar de paspoortcontrole van Laos brengt. Als Nederlanders kunnen we gebruik maken van een VOA (Visum on Arrival), waarvoor we een stapeltje (naar onze mening onzinnige) formulieren moeten invullen inclusief pasfoto en uiteraard de financiële compensatie voor dit volledig handmatige proces voldoen (1550 Baht, ongeveer 40 euro per persoon).
Met de Laos versie van de Songthaew worden we naar Huay Xay gebracht en checken we in ons hostel in. We lopen een stukje door het dorpje en komen al snel tot de conclusie dat hier alleen hostels, kleine restaurantjes en een paar kleine winkeltjes zijn. Zonder de trekpleisters ‘Gibbon Experience’ en de ‘Slowboat naar Luang Prabang’ zou dit plaatsje niet bestaan of er in elk geval heel anders uitzien.
Nadat we een hapje gegeten hebben checken we in bij de Gibbon Experience om de laatste dingetjes te regelen.
De volgende dag is het dan zo ver! Om 8.15u meldden we ons weer bij de Gibbon Experience om onze backpacks te droppen en de laatste veiligheidsinstructies te ontvangen, waarna we na iets meer dan een uur rijden aan de zipline ervaring door de jungle begonnen.
Omdat we eerst wat hoogte moeten winnen voordat we de eerste zipline tegenkomen, hiken we 2,5 uur de jungle in. In totaal zouden we deze twee dagen 25 ziplines doen, waarvan de hoogste zich op ongeveer 200 meter bevond en de langste 570 meter.
Met de groep (5 Nederlanders, 3 Britten en twee gidsen) sliepen we in de op-één-na hoogste boomhut ter wereld, op 45 meter boven de grond. Dag twee begonnen we met een koude douche met waanzinnig uitzicht en voor het ontbijt bezochten we via een aantal ziplines een klein lokaal dorpje in de jungle.
Hiervandaan worden alle benodigdheden voor Gibbon Experience georganiseerd, waaronder o.a. de maaltijden en het schone beddengoed. Er zijn veel mensen betrokken bij deze organisatie en we waren onder de indruk hoe ‘simpel’ deze mensen hier eigenlijk leven en zich zo kunnen inzetten voor ons als toeristen. Ruben speelde fanatiek mee met een potje ‘Ka tor why’ (voetvolley met een bamboe bal) waarna we, met als tussenstop het ontbijt in de boomhut, de laatste 8 ziplines pakten.
Moe maar voldaan keerden we maandagmiddag terug in het hostel, klaar voor het volgende avontuur.
Het wegennet van Laos lijkt in de verre verste niet op datgeen wij als Europeanen gewend zijn (zelfs België is beter 😊). Om van Huay Xay naar Luang Prabang te gaan kun je wel een bus nemen, maar dan ben je ruim 11 uur van je stoel aan het stuiteren. De gebruikelijke route is dan ook die van de slowboat, die er twee dagen over doet. ‘Slow’ is op meerdere manieren van toepassing op deze manier van reizen – niet alleen het tempo waarmee deze boot over de Meekong vaart.
Bij boeken werd ons verteld dat de boot ‘ergens tussen 9u en 11u’ vertrekt. De reden hiervoor is het chaotische tafereel dat zich voordoet bij het boarden. We schatten in dat er ongeveer 150 man op deze boot past, waarvan 90% backpackers met bijbehorende bagage en 10% locals.
De backpacks worden redelijk soepeltjes weggesjouwd naar de ruimtes op de boot. De 10% locals nemen van alles mee: post, voedsel, grote dozen met levende kippen en er is zelfs een scooter en een wasmachine op het voordek gehesen. De stoelen staan los in de boot, beetje kriskras door elkaar en stoelnummers zijn aangeven met losse papiertjes die op de zitting zijn gelegd. Er zijn wat slimmeriken die zichzelf een betere plaats proberen toe te eigenen door de papiertjes te wisselen, maar daar hebben wij gelukkig geen last van.
Dit alles speelt zich af in een tijdsbestek van 1,5 uur waarna wij om 10.20u afvaren.
Rond 17.00 zijn we aangekomen bij de tussenstop, Pakbeng. In omgekeerde volgorde gingen de backpacks het ruim uit. Waar wij als Nederlanders dit wellicht iets anders hadden georganiseerd, werden de backpacks midden in de boot op 1 grote stapel gelegd wat een nogal chaotisch geheel opleverde.. Aangezien onze backpacks in het achterste ruim lagen en we voorin zaten, hebben we van dichtbij het schouwspel ervaren en geduldig gewacht tot we aan de beurt waren. Morgen gaat de slowboat verder naar Luang Prabang. Hoelaat hij vertrekt? Dat weet niemand 🙂
-
Van Chiang Mai door naar Laos
We beginnen de dag met een duidelijk aanwezige oliegeur van de oude bus, die ons al schommelend over een weg met een groot aantal haarspeldbochten naar Chiang Khong brengt. De laatste bus waar we in zaten was de nachtbus die ons van Bangkok naar Chiang Mai bracht, waar we de afgelopen vier dagen verbleven.
De op één na grootste stad van Thailand was niet alleen een logische tussenstop voor onze reis richting Laos, maar ook bewust gekozen vanwege de Yi Peng en Loy Krathong festivallen die hier gevierd werden.
Yi Peng is het festival van licht, waarbij lampionnen worden opgelaten waarmee men de goden verzoekt het aankomende jaar te zegenen en er wordt gevraagd om good karma en geluk. Met Loy Krathong (betekent letterlijk: laten drijven) worden mandjes in allerlei vormen het water opgelaten om de watergod te vragen om vergeving voor het vervuilen van water en alle ‘bad karma’, nare gebeurtenissen, woede en ergernissen van zich af te zetten. De betekenis van beide festivals ligt dus dicht bij elkaar, maar voor ons sowieso bijzonder om eens van dichtbij mee te gaan maken.
De nachtbus dropt ons om 6.25u in de ochtend bij ons hotel, waarbij vanwege de grote drukte rondom de genoemde festivals een early-check-in helaas niet mogelijk is. We besluiten voor die ochtend de fietstocht bij Co van Kessel te boeken. Deze stond sowieso op de planning en is nu een prima manier om de tijd te doden.
Voor wie nu denkt, een fietstocht in het buitenland, lekker Nederlands?! Absolute aanrader voor de grotere steden, om naast de standaard toeristische plekjes ook dingen te zien die normaliter aan de toeristen voorbij gaan. Je vindt georganiseerde fietstochten dus in de meeste grote steden overal ter wereld en het laat je vaak echt kennis maken met de ‘ziel’ van de stad. Wij slaan zelden een fietstocht over 😊
Deze fietstocht leidde ons langs de lokale markt vol verse etenswaren en ingrediënten, door een deel van het oude centrum (als je op Google Maps kijkt is dit duidelijk herkenbaar als een vierkant) en wat plekjes waar de voorbereidingen voor Yi Peng en Loy Krathong getroffen werden. Onderweg wat typische Thaise hapjes gegeten, een zilveren tempel bezocht en zo waren er ineens drie uur voorbij. Na de check-in even twee uurtjes slaap gepakt, want de busreis had wel een soort ‘jetlag’ achter gelaten. Daarna op pad naar de Sunday Market, een gezellige grote en druk bezochte markt in het centrum.
De Wat Pha Lat Hike (Monks Trail) stond op de planning voor de volgende ochtend. Na een heerlijk ontbijt, 20 minuten scooteren en ruim een half uur hiken kwamen we aan bij de What Pha Lat tempel. Over deze tempel is eigenlijk vrij weinig bijzonders te melden (er is ook weinig historische informatie over te vinden, zelfs de Thai-en weten niet wanneer deze tempel gebouwd is), anders dan dat het een minder toeristisch sfeertje had als de gemiddelde tempel in Chiang Mai.
’s Avonds was het tijd voor Yi Peng en Loy Krathong! Wanneer je googelt naar Yi Peng en Chiang Mai kom je snel op het grootschalige georganiseerde festivalterrein, waarbij de mooiste Instagram-waardige foto’s voorbij komen zetten. De Thai-en hebben inmiddels door dat de meeste toeristen hier wel goed op gaan en dat is ook wel terug te zien aan de prijs voor het toegangskaartje. Wij hadden echter ons huiswerk al gedaan wisten dat op de Nawarat Bridge ten oosten van het centrum van Chiang Mai ook genoeg te beleven was!
Op tijd aangekomen bij de Nawarat Bridge lieten we een ‘Krathong’ de Ping-rivier op en verkenden we de omgeving bij de brug. Wat ons direct opviel was de grote hoeveelheid militairen en politieagenten en dachten direct aan wat de gids van de fietstocht verteld had: vanwege het dichtbij gelegen vliegveld is het oplaten van lampionnen in Chiang Mai niet toegestaan. Dit verklaarde ook meteen waarom we de verkoop van deze lampionnen uit vuilniszakken zagen plaatsvinden en ze dus niet open en bloot op de diverse kraampjes lagen.
Verboden of niet, er gingen honderden lampionnen de lucht in en het was erg leuk om van dichtbij mee te maken. Op de terugweg naar het hotel stuitten we nog op een groepje militairen die al een aardig stapeltje lampionnen hadden geconfisqueerd, maar gezien de locatie waar ze zich op hadden gesteld, vroegen wij ons af of ze zelf de handhaving eigenlijk wel serieus namen.
Onze derde dag in deze stad was een rustig dagje. Paar tempels bezocht, massage gedaan en uiteraard lekker gegeten. Voor de volgende dag een Songthaew geregeld die we deelden met 6 andere Nederlanders om naar de Sticky Waterfall te gaan in het Namtok Bua Tong National Park. Door de grote hoeveelheid mineralen in het water van deze waterval zijn de stenen ‘sticky’ en kun je er tegen op klimmen. Erg leuk en verfrissend om te doen!
Inmiddels zitten we dus in de bus richting Chiang Khong, een plaatsje dichtbij de grens met Laos. We beginnen het volgende land met de Gibbon Experience, een zip-line ervaring en overnachting in een boomhut in de jungle. Dat betekent dat ons avontuur in Thailand bijna tot een einde is gekomen! Op naar Laos! Vandaaruit reizen we steeds verder zuidelijk, waarvan we jullie uiteraard op de hoogte zullen houden!
Groetjes,
R&R
-
Bye bye Krabi
De vijf dagen Ao Nang/Krabi zitten er alweer op en we sluiten ons verblijf af met een ijskoffie aan het strand terwijl we zitten te wachten op onze mini-van transfer naar Krabi airport voor onze vlucht naar Bangkok. Vanuit Bangkok zullen we de volgende dag de VIP bus nemen richting Chiang Mai, dat al een tijdje op de kalender staat vanwege de Yi Peng- en Loy Krathong, feestdagen die toevallig deze keer in dezelfde periode plaatsvinden. Dit is trouwens ook de reden waarom we met de VIP bus gaan en niet met een directe vlucht of de nachttrein. Vliegen was 5x zo duur geworden en de nachttreinen waren al weken van tevoren helemaal volgeboekt. Geen probleem trouwens, want de VIP bus ziet er op de foto’s ontzettend comfortabel uit, de reisduur is korter dan met de trein en voor een Klooster natuurlijk van doorslaggevend belang: goedkoper! 🙂
Zoals diegene die ons op Instagram volgen waarschijnlijk al gezien hebben, hebben we ons in Ao Nang geen seconde verveeld. Na aankomst in ons fijne hotelletje (Wan Wan Place) hebben we lekker over de boulevard gewandeld, een Pad Thai to-go gescored en de korte Monkey Trail gelopen. Ons vooral niet heel erg druk gemaakt (waarom zouden we sowieso?), aangezien we voor de volgende dag gepland hadden om een pittige hike naar het Khao Ngon Nak Viewpoint te doen. Jaarlijks worden hier wedstrijden georganiseerd voor fanatieke, Thaise bergsprinters; die binnen een half uurtje de top bereiken. Een normaal mens doet hier (volgens de diverse reviews die wij gelezen hadden) ongeveer 1,5 uur over, aangezien het een behoorlijke steile klim is door via taptreden van boomwortels naar boven te klauteren.
Na 1 uur en 15 minuten, 3.7 kilometer hiken, stonden wij boven op de viewpoint en wauw!! wat een uitzicht. Hoewel geen kledingstuk meer droog was door de luchtvochtigheid en inspanning, we twee flesjes water per persoon leeggedronken hadden was het het helemaal waard! Oprecht de mooiste hike die we tot nu toe ooit samen gedaan hebben.
De afdaling ging een stukje gemakkelijker en na 50 minuten stonden we weer beneden om naar ons hotel terug te scooteren.
De rest van de middag hebben we een beetje rustig aan gedaan, want om 16.00u werden we opgehaald voor onze kookles! Bij Smart Cook Thai Cookery School werd ons alles geleerd om zelf Spring Rolls, Papaya Salade, Pad Thai, Kip Cashewnut, Massaman Curry en Mango sticky-rice te maken. Een enorm leuke ervaring waarbij we de recepten uiteraard thuis een keer in de praktijk gaan proberen te brengen. Laat ons weten als jullie interesse hebben in de recepten, we hebben een PDF!
Vanwege de inspanning van de hike hebben we de volgende dag een boottour naar de Hong Islands gedaan. Onderweg uiteraard even de standaard toeristische dingetjes afgevinkt als snorkelen, op het strand liggen en in een baai zwemmen, maar vooral gewoon even lekker ontspannen! ’s Avonds gezellig naar de Night Market van Ao Nang gelopen en onder het genot van een paar biertjes en live entertainment diverse kleine hapjes van de verschillende standjes gegeten.
Na een dagje ontspanning de wekker gezet om vóór de ergste warmte de 1260 treden van de trap bij Tiger Cave Tempel te beklimmen. Rian had deze trap in 2018 beklommen met haar zusje Tanja en Ruben was hier afgelopen februari nog geweest. Toch wilden we deze graag nog een keertje samen doen! Halverwege vroegen wij ons beide af waarom ook alweer, want we hadden toch nog wel een beetje verzuring van de eerdere hike in de benen zitten. Uiteraard hier niet aan toegegeven en eenmaal bovenaan gekomen was de beloning weer een prachtig uitzicht!
Na de afdaling beloonden we onszelf met een fruit smoothie die bij Ruben bijna uit z’n handen gestolen werd door een agressieve dikke aap. De aap had echter niet verwacht dat hij een waterfles naar z’n hoofd zou krijgen en gaf het toch maar op. Rian was te laat om hier beelden van te maken :-p
Bij terugkomst in Ao Nang kregen we een flinke bak water op ons hoofd en besloten we maar om een heerlijke massage te nemen. ’s Avonds nog een keertje bij de Night Market gezeten en zoals gezegd zitten we nu te wachten op onze transfer.
Op naar nieuwe avonturen in Chiang Mai! Na Chiang Mai houden we Thailand voor gezien we gaan eind november/begin december naar Laos. Dit hebben we vanmorgen onder het ontbijt uitgestippeld op een kladje 😉 We zijn benieuwd!
Groetjes,
R&R
-
Van Khao Sok naar Krabi
Voor ons begint inmiddels alweer de derde dag in Ao Nang (Krabi) dus hoogste tijd om nog even terug te blikken op ons bezoek aan Khao Sok. Khao Sok is een groot nationaal park in het zuiden van Thailand en wij hadden op diverse blogjes gelezen dat je dit niet mag overslaan als je in de buurt bent! Het is namelijk een van de oudste regenwouden ter wereld.
Nadat we ’s ochtends voor ons doen erg vroeg opgestaan waren (6.30u) in het hostel dat we vanwege het vroege tijdstip dichtbij de pier hadden geboekt, kwamen we na de reis met ferry en twee bussen rond half vier aan bij ons verblijf voor de drie nachten. Ons knusse hutje stond op één van de resorts in het kleine plaatsje bij het dorpje dat direct grenst aan de ingang van Khao Sok National Park.
Wij hadden gelezen dat één van de populairste tours een boottocht over het Cheow Lan Lake is, dus deze voor de volgende dag geboekt. Het Cheow Lan Lake is in 1987 ontstaan door de aanleg van de Rajjaprabha Dam voor het opwekken van elektriciteit, waterbeheersing en de visserij. Hiervoor is een gebied van ruim 187 vierkante kilometer onder water gezet, waardoor er een enorm mooi en indrukwekkend landschap is ontstaan.
Om half negen werden we opgehaald door de mini-van en reden we in 1,5 uur naar de haven waar we de longtail-boot op stapten. Hoewel het weer in de omgeving van Khao Sok nog wat wisselvallig was hebben wij het enorm getroffen, de hele dag droog maar wel bewolkt. Dit veranderde echter niets aan de ervaring: wauw, wat een prachtige omgeving en wat een geweldige boottour!
Na de middaglunch kregen we de tijd om even te zwemmen en te kajakken over het prachtige meer, waarna we met een bezoekje aan een voormalige diamantengrot en het beklimmen van een prachtige ‘sticky’ waterval teruggevaren zijn.
Omdat we er voor gekozen hadden om Khao Sok voor twee dagen te bezoeken, boekten we voor de volgende dag een Jungle Track om met gids door de jungle te hiken. Gewaarschuwd voor bloedzuigers en andere insecten hadden we beiden een lang broek en lange mouwen aangedaan. Nou, dat hebben we geweten – onze kleding kon door de enorme luchtvochtigheid direct na de hike naar de Laundry Service 🙂
Verder was deze hike niet bijzonder indrukwekkend, we hebben inmiddels mooiere gebieden gezien (waaronder onze hike in de buurt van Ao Nang, waarover later meer), maar ook onze gids viel een beetje tegen. We weten nu dat er in Khao Sok National Park veel bamboeplanten en lianen zijn, maar meer kon de beste man in het Engels niet uitbrengen. Mocht je dus ooit zelf van plan zijn om door de jungle van Khao Sok te hiken, is ons advies om dit gewoon zelfstandig te doen!
Zoals we in het begin van dit berichtje al schreven zitten we inmiddels in Krabi, of beter gezegd Ao Nang. Hier zitten we een paar dagen voordat we via een transfer op Bangkok naar Chiang Mai gaan voor onder andere het lampionnenfestival Yi Peng. Wat we allemaal beleven in Krabi/Ao Nang, dat komt in een weer een volgend bericht!
Groetjes,
R&R